Onze auto's

caddilac 001

Cadillac Sedan de Ville
Meer dan welke Amerikaan dan ook, is de Cadillac van 1959 een stijlicoon. Chroompartijen werden nooit uitbundiger, staartvinnen werden nooit groter dan op dit model (ze brachten de achterkant van de auto op een enorme 107 centimeter hoogte). Daarmee is dit waarschijnlijk voor de meeste liefhebbers de ultieme Cadillac en daarmee misschien wel de ultieme Amerikaanse auto. Naast de Coupe de Ville waren er ook twee sedan-versies (de ‘gewone’ en de achtzitter limousine Fleetwood) en natuurlijk een cabriolet: de Eldorado Biarritz. Ondanks zijn uiterlijk dat afkomstig lijkt uit een toekomstvisioen, waren deze Cadillacs onderhuids nog erg jaren vijftig Amerikaans. Onder de motorkap bevindt zich een V8 met een inhoud van 390 kubieke inch (6,3-liter) die goed is voor een slordige 325 pk (top: 185 km/h). Om het ruim twee ton wegende gevaarte te keren heb je echter een ‘freeway’ nodig van een baan of acht. Luxe en comfort was er gelukkig ten overvloede. Wat te denken van vederlichte stuur- en rembekrachtiging anno 1959? Elektrisch bediende ruiten, antenne, stoelen en kofferdeksel waren tegen meerprijs leverbaar, alsmede een ‘elektronisch oog’ dat het grootlicht dimde zodra er een tegenligger aankwam. De luxe versies hebben zelfs airco, cruise control en luchtvering. Dit modeljaar waren overigens de laatste Caddies die door de beroemde ontwerper Harvey Earl zijn getekend. Na deze laatste uitspatting werd het snel soberder. De kleur roze wordt vaak in één adem genoemd met dit model. Dat heeft ‘ie met name te danken aan de film ‘Pink Cadillac’ met Clint Eastwood. Naast die film speelde de auto een rol in talloze andere Hollywood-producties.
Onze auto heeft de zeldzame kleur “Pinehurst Green” en is daardoor zeer geschikt als achtergrond voor een trouwreportage. Zowel de bruidsjurk van de bruid en het pak van de bruidegom komen goed naar voren en vormen zodoende een mooi contrast.

 

2cv 002

De 2CV (Frans: deux chevaux) is een auto van de Franse autofabrikant Citroën. De afkorting staat voor 'Deux Chevaux Vapeur', wat twee paardenkracht betekent, een maat voor het vermogen en voor de berekening van de Franse wegenbelasting. De 2CV werd geproduceerd tussen 1948 en 1990. In die periode zijn er zo'n 4 miljoen van gebouwd. Dit aantal stijgt tot 5,3 miljoen als de zogenaamde Besteleenden worden meegeteld en tot ruim 8,8 miljoen wanneer de zustermodellen Dyane, Ami en Méhari worden meegeteld. Het uiterlijk van de 2CV werd, net als dat van de Citroën ID/DS en de Traction Avant, ontworpen door Flaminio Bertoni. Op basis van de 2CV werden verschillende kitcars gebouwd, onder andere van Burton, Cygnus, Deauville, Le Patron, Lomax, Voglietta, Hoffmann en Vanclee.

kadet b 001

Kadett B

Drie jaar na de introductie van de Kadett A (1963) volgde zijn opvolger. Zo'n korte looptijd is ietwat ongebruikelijk, maar Opel begreep dat ze met de Kadett B een succesverhaal in huis hadden, en dat heeft ze geen windeieren gelegd. Het B-type bleef tot juli 1973 in productie en behaalde een totaalproductie van 2,6 miljoen stuks.

In basis was de B een doorontwikkeling van zijn voorganger. De standaard motor was vergroot van 1000cc naar 1100 cc en leverde nu 45 (N) of 50 (S) pk. De carrosserie was een stuk ruimer geworden en het programma werd uitgebreid. Naast de 2 deurs coach en de 4 deurs sedan werd ook een 2 of 4 deurs coupé, de Kadett LS en een 3 of 5 deurs stationwagen, de caravan leverbaar. Met zo'n grote diversiteit was het duidelijk dat Opel de aanval had ingezet op de grootste concurrent in eigen land, Ford.

In 1968 voerde Opel enkele belangrijke wijzigingen door. De achteras kreeg schroefveren in plaats van bladveren, het dashboard kreeg een veiliger bekleding, de ventilatie werd verbeterd en er kwamen grotere achterlichten. Later volgden nog enkele andere uitvoeringen. Zo waren de successen in de rally van Monte Carlo de aanleiding voor een rally-uitvoering met 60 pk (1100 SR-motor) of 90 pk (1900S-motor) aan boord. voor de klant met een wens naar meer luxe kon vanaf 1967 een Olympia-uitvoering geleverd worden. Aanvullend kwam er zelfs een F-coupé.

In 1968 opende GM haar transmissiefabriek in Straatsburg, zodat vanaf dat jaar een uitvoering met drietrapsautomaat kon worden besteld.

In 1971 werd de Kadett B voor de laatste maal gewijzigd. Het gehele interieur werd matzwart (men meende destijds dat dit de veiligheid ten goede kwam), de koolmonoxide-uitstoot werd verminderd, de gelijkstroomdynamo werd vervangen door een wisselstroomdynamo, het oliebadluchtfilter werd vervangen door een papieren filterelement en er kwam een uitvoering met 1200S-motor van 55 pk, de "Kadett 1.2". De Opel 1500, 1700 en 1900 CIH-motoren zijn leverbaar geweest in de B-Kadett, maar deze zijn mondjesmaat besteld en nu dus zeldzaam.

De Opel GT is gebouwd op basis van de Opel Kadett B.

opel olympia 001

opel p1 car a van 001

Opel P1 Car-A-Van 1959 restauratie project